
Soms zou je willen dat robots de wereld al overgenomen hadden. Bijvoorbeeld als je moeder belt, om te vertellen dat ze in de badkamer is gevallen en niet meer overeind kan komen. Hoe fijn zou het zijn als een waakzame thuisrobot meteen kan toeschieten, met sterke, en toch voorzichtige armen.
Hulp is onderweg, beloven Amerikaanse bedrijven als Tesla, Figure AI en hun Chinese concurrenten BYD, Agibot en Unitree. Zij bouwen humanoids: robots met twee armen, twee benen en een brein vol AI. Niets menselijks is deze humanoids vreemd.
Het regent demonstratievideo’s van robots die de boodschappen uitpakken , de was doen of je planten water geven . Ze smeren zelfs je boterhammen – model 4NE1 van de Duitse start-up Neura Robotics snijdt er meteen groente bij, voor een broodje gezond . Behalve voor huishoudelijke klussen worden de humanoids klaargestoomd voor het echte werk, in een fabriek of in de zorgsector.
Het aanleren van nieuwe taken gaat vlot: dankzij nieuwe AI-techniek herkennen robots meteen hun omgeving en de objecten die ze moeten hanteren. Foundation-modellen, de kern van de toepassingen als ChatGPT, helpen bij het inschatten van de ruimtelijke verhoudingen en bewegingen. De meeste fysieke beperkingen hebben de humanoids al overwonnen.
Zo laat Boston Dynamics – bekend van robothond Spot – de humanoïde Atlas een salto achterover maken. In China doen robots aan vechtsport of rennen ze een halve marathon met twee vingers in de denkbeeldige neus. De techwereld hoopt op een ‘Chat-GPT-moment voor robots’ .
Zoals AI-modellen menselijke taken in het digitale domein overnemen – teksten schrijven, computercode programmeren of voor helpdesk spelen – nemen AI-robots straks fysieke arbeid voor hun rekening. Dat zou een uitkomst zijn voor een vergrijzende samenleving die gebrek heeft aan mensenhanden, aan de productielijn of aan het bed. Een lijvig rapport van zakenbank Morgan Stanley brengt de ‘humanoid waardeketen’ tot aan het jaar 2050 in kaart.
De schatting: robots zouden 70 procent van al het ongeschoold werk kunnen doen dat ‘simpel, saai of gevaarlijk’ is. Voor iets hoogwaardiger banen zou de helft van de menselijke arbeiders vervangen kunnen worden, nattevingert de zakenbank. Hetzelfde rapport citeert Tesla-baas Elon Musk, die rekent op een ‘mens-robotratio’ van één op twee.
Er wandelen straks minstens tien miljard humanoids op aarde rond, denkt Musk. Hij zit er wel vaker naast met zijn voorspellingen, maar zijn optimisme wordt geëvenaard door Brett Adcock, oprichter van Figure AI. Volgens hem wordt de humanoid net zo gewoon als een telefoon of een auto.
De hele mensheid is straks in het bezit van een lichtmetalen thuisslaaf, multi-inzetbaar, goed in bloemschikken en beton storten. „Als iedereen een robot heeft, wordt arbeid een optie”, vertelde hij in een interview met beroepsfuturist Peter Diamandis. De humanoid-hausse vertoont alle kenmerken van een hype.
Die krijgt nu ook een politiek tintje door de handelsoorlog tussen de VS en China. Met dark factories – fabrieken waar het licht niet aan hoeft omdat er toch geen mensen meer werken – zouden de VS productiewerk kunnen terughalen, zoals president Trump graag wil. Eén maar: de meeste robotica-ingrediënten komen uit China.
En gemeten in patentaanvragen lopen de Chinese humanoids voor op hun Amerikaanse concurrenten. Niemand twijfelt aan het nut van robots in de fabrieken, maar de semi-menselijke verpakking is daar niet nodig. Het is zelfs een nadeel, vindt Ming Cao.
Hij is hoogleraar robotica aan de Rijksuniversiteit Groningen. Een robot op wielen of op rails is volgens hem veiliger en stabieler dan een wandelende robot en roept minder weerstand op bij menselijke collega’s. Het argument van de humanoid-bouwers is dat een robot met ‘normale’ armen en benen makkelijker navigeert in een wereld die op ontworpen is voor mensen, met trappen, deurknoppen en werkbladen op grijphoogte.
Maar ja, humanoids kosten tienduizenden euro’s per stuk. Cao: „Als je een fabriek moderniseert en automatiseert, is het efficiënter even wat tafels en kasten te verplaatsen.” Een van de grootste robotafnemers ter wereld is Amazon.
Dat gebruikt in zijn meest geavanceerde logistieke centra voor 75 procent van de bestellingen geen robots op poten maar volautomatische robothanden. Deze week toonde Amazon een nieuwe versie , die items niet meer met zuignappen vasthoudt. In plaats daarvan komt een hand die precies weet hoe hard-ie in een voorwerp kan knijpen zonder dat er iets stuk gaat.
Echt fingerspitzengefühl hebben robots nog niet. Menselijke vingers en handen zitten vol fijnmazige receptoren die bijvoorbeeld bewegingen, wrijving, druk en textuur registeren. „Om dat te simuleren heb je duizenden sensoren nodig”, zegt Laura Marchal-Crespo.
Zij is universitair hoofddocent aan de TU Delft en runt het neurorevalidatie-lab, dat robots ontwikkelt die een patiënt assisteren bij de hersteltherapie na een beroerte of een blessure. Haar lab ontwikkelde een methode om virtuele objecten ‘echt’ aan te laten voelen, bijvoorbeeld door de huid van de vingers iets op te rekken. Zo leren patiënten met een VR-bril op weer voorwerpen vast te pakken.
De revalidatie van spieren en zenuwen is een repetitieve taak die een robot deels kan overnemen van een menselijke therapeut. Dat moet met kleine variaties, anders ‘leert’ de patiënt geen nieuwe functies aan. Daarvoor is, behalve herhaling, ook trial and error nodig.
„Pianospelen leer je ook niet in een middag.” Experts als Cao en Marchal-Crespo zijn er van overtuigd dat gespecialiseerde, simpele robots de meeste kans op succes hebben. Die zijn goedkoper en worden makkelijker geaccepteerd als gereedschap of apparaat.
Dat is de beroemde uncanny valley : zodra machines te veel op mensen gaan lijken, haken mensen af. In de zorgsector is alle extra hulp welkom, maar daarvoor is geen robot met ledematen nodig. Robots brengen nu al medicijnen rond of tillen patiënten uit bed .
Die hulpjes hebben geen benen. Humanoids komen er in de zorg voorlopig niet in, denkt Marchal-Crespo. „Mijn ervaring is dat therapeuten geen beslissingen van een black box accepteren.
Maar misschien denkt een volgende generatie daar anders over.” In open omgevingen, zoals kantoren of huishoudens, kun je humanoids niet loslaten. Je moet er niet aan denken dat een robot op eigen houtje gaat ‘hallucineren’, zoals ChatGPT soms doet.
Dat maakt de inzet in de thuiszorg beperkt. Als je moeder in huis onverhoopt valt, is een humanoid geen oplossing, zegt Ming Cao. „Ze kan beter een valsensor dragen, die alarm slaat en een camera activeert die een kijkje neemt, via een karretje of minidrone.
” Daarna moet er alsnog menselijke hulp bij komen. Gelukkig was die bij mijn moeder voorhanden. Een oplettende buurvrouw hoorde de klap en snelde haar te hulp.
Niks gebroken, wel geschrokken. Die bijstand kostte niets, maar was onbetaalbaar..