
NASA's Hubble-ruimtetelescoop heeft een spectaculaire opname gemaakt van een groep jonge sterren in een sterrenstelsel naast die van ons. De telescoop fotografeerde een stervormingsgebied in de Kleine Magelhaense Wolk , een dwergstelsel dat rondom de Melkweg draait op behoorlijke afstand van ongeveer 210.000 lichtjaar, in het sterrenbeeld Toekan.
Hoewel de cluster in het verleden al is waargenomen, is dit de eerste keer dat gegevens uit drie verschillende lichtgolflengten – infrarood, zichtbaar licht en ultraviolet – zijn gecombineerd in één afbeelding. Het resultaat is een toch wel spectaculair portret van hoe sterren ontstaan en hun omgeving in de ruimte beïnvloeden. Deze gloeiende wieg van pasgeboren sterren kan volgens astronomen zomaar aanwijzingen bevatten over hoe het universum eruit kan hebben gezien ver voordat de mensheid bestond.
"Omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die in het vroege universum" "De Kleine Magelhaense Wolk is arm aan elementen die zwaarder zijn dan helium," aldus de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA), die samen met NASA eigenaar en beheerder is van de Hubble-telescoop. "Dit zorgt voor omstandigheden die vergelijkbaar zijn met die in het vroege universum." De cluster is gevuld met meer dan 2,500 pasgeboren sterren die in het Hubble-beeld blauw oplichten.
Het sterrenstelsel waarin ze zich bevinden bevat veel minder zware chemische stoffen dan de Melkweg, en bestaat grotendeels uit waterstof en helium. Daarom gebruiken wetenschappers deze cluster als een casestudy voor hoe stervorming er miljarden jaren geleden uit kan hebben gezien. Elementaire fabrieken De kernen van sterren worden beschouwd als elementaire fabrieken: Ze maken bijvoorbeeld koolstof, dezelfde chemische stof waarop de mens en een groot deel van het leven op aarde zijn gebaseerd.
Vervolgens verspreiden ze door supernova-explosies deze zwaardere elementen, zoals calcium in botten en ijzer in bloed, over de interstellaire ruimte. Door deze verspreiding ontstaan nieuwe generaties sterren en planeten. Aangezien men denkt dat de meeste chemische stoffen in het heelal afkomstig zijn van ontplofde sterren , hebben wetenschappers beredeneerd dat de eerstgeborenen bijna volledig uit waterstof en helium moeten hebben bestaan, het primitieve materiaal dat uit de oerknal ontstond.
Na verloop van tijd, toen sterren stierven en zwaardere elementen verspreidden, vormden zich volgende generaties sterren met meer diverse en complexe ingrediënten. 'Maar' een paar miljoen jaar Rond de sterrenhoop op de Hubble-opname bevindt zich een gloeiende roze wolk die een nevel wordt genoemd. Hier geven hete, jonge sterren ultraviolet licht af dat het omringende waterstofgas verlicht.
Deze heldere gebieden zijn van korte duur - ze schijnen slechts zo lang als de gigundosterren die ze aandrijven. Astronomen zeggen dat de grote sterren 'maar' een paar miljoen jaar meegaan, wat eigenlijk niks is in de onvoorstelbare 13,8 miljard jaar van het heelal. Slangachtige donkere wolken Slangachtige donkere wolken van dik stof zijn de enige overblijfselen van het oorspronkelijke stervormingsmateriaal dat nog niet is weggedrukt door groeiende sterren.
De zware sterren, vele malen groter dan de zon, kunnen dit doen met intense straling en krachtige stellaire winden - stromen geladen deeltjes - die lege bellen in de ruimte opruimen. Aanzienlijke hoeveelheid schijven Wetenschappers hebben onlangs Webb, de krachtige infraroodtegenhanger van Hubble, gebruikt om 10 sterren in dezelfde groep te onderzoeken . Ze ontdekten dat de sterren, zelfs op hun relatief oude leeftijd, nog steeds een aanzienlijke hoeveelheid aan schijven hebben, de wolken van gas en stof die hen omringen en die uiteindelijk kunnen samensmelten tot babywerelden.
Voorheen werd gedacht dat deze primitieve sterren hun lichte schijven vrij snel zouden hebben verloren, aldus onderzoeksleider Guido De Marchi, na slechts twee of drie miljoen jaar. “Dit impliceert ook dat planeten meer tijd hebben om zich rond deze sterren te vormen en te groeien,” aldus De Marchi..