/s3/static.nrc.nl/images/gn4/data131044359-587b53.jpg)
B lack Dog opent met het eerste van talloze surrealistische, maar beeldschone beelden die baden in afgewassen kleuren. Een krakkemikkige bus die door een woestijnlandschap rijdt, belandt op zijn zij als uit het niets een enorme horde honden opduikt. Een van de passagiers die uit de zwaar beschadigde bus kruipt, is Lang (Eddie Peng).
Via de enkelingen die tegen of over hem praten in het stadje aan de rand van de Gobi-woestijn waar hij naar op weg is, krijgt de kijker spaarzame informatie over deze stugge, zwijgzame figuur. Hij blijkt teruggekeerd naar zijn geboorteplaats na een verblijf in de gevangenis. Ooit was hij een beroemde motorstuntman en muzikant, maar hij raakte betrokken bij de moord op het neefje van een crimineel, met de bijnaam ‘de slager’.
Je verwacht dat een westernnarratief vol wraak en geweld zal volgen, maar wie of wat Lang echt is, doet er weinig toe, besef je na een tijdje. Guan Hu (1968), wiens laatste twee films The Eight Hundred en The Sacrifice blockbusters waren in China, bespeelt de kijker vakkundig met genreverwachtingen. Black Dog speelt in 2008: via radio’s op de achtergrond horen we hoe in Beijing iedereen zich voorbereidt op het begin van de Olympische Zomerspelen.
Het echte verhaal van de film, die in Cannes de Un Certain Regard-competitie won, zit in het contrast tussen de gigantische bouwwoede en veranderingen in de Chinese hoofdstad in die periode en de desolate stedelijke omgeving waardoor Lang zich beweegt. Zijn geboortestad is grotendeels leeggelopen; de plekken waar hij ooit optrad worden afgebroken en overgenomen door zwerfhonden en woestijnzand. Het levert een aaneenschakeling van iets te veel bevreemdende, tragische en vaak geestige momenten op.
De achterblijvers in de stad blijken soms crimineel, mentaal beperkt of destructief. Om geld te verdienen sluit Lang zich aan bij een team dat zwerfhonden uit de stad moet verdrijven omdat er fabrieken worden gebouwd voor de toekomst van de stad die „niet achter mag blijven”. Het meest gezocht blijkt een zwarte windhond die hondsdolheid zou hebben.
Het dier blijkt voor Lang – zoals Variety het treffend noemde – een chien fatale , een geestige woordspeling op de verleidelijke vrouwen die mannen in het ongeluk stortten in film noir. De vaak met wantrouwen benaderde Lang voelt zich meer thuis bij het gevreesde dier dan bij zijn ambitieuze of gretig honden mishandelende landgenoten. Peng is goed gecast als de enigmatische Lang en windhond Xin kreeg in Cannes de Grand Jury Prize tijdens de Palm Dog Award, de competitie met een knipoog voor beste viervoeter.
Ook de bijrollen zijn goed gekozen. Zo duikt Jia Zhang-ke op, de gerenommeerde regisseur die net als Hu deel uitmaakt van ‘de zesde generatie’ filmmakers in China, bekend om hun kritiek op de snelle industrialisering van hun geboorteland. In Black Dog verpakt Hu scherpe maatschappijkritiek elegant in een vorm die tegelijkertijd bevreemdend en toegankelijk voelt.
Dat werkt verrassend goed..