De strijd om de ontdekking van vitaminen begon in Nederlands-Indië

Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: wie verdient de Nobelprijs voor de ontdekking van vitaminen?

featured-image

Het is geen eenvoudige taak om gezamenlijke wetenschappelijke ontdekkingen toe te schrijven aan slechts één of enkele onderzoekers – zeker wanneer de uitreiking van de Nobelprijs ervan afhangt. Maar toch: zelden verliep het toekennen van de prijs zo ongelukkig als in het geval van Gerrit Grijns. Met zijn experimenten in Nederlands-Indië toonde hij aan dat er in rijstvliesjes een essentieel stofje zit.

Twee decennia later bleek hij vitamine B1 ontdekt te hebben, maar de Nobelprijs ging naar zijn landgenoot Christiaan Eijkman en de Brit Frederick Hopkins. Wetenschapshistoricus Rob van den Berg beschrijft in De Vitaminepioniers meeslepend hoe vitaminen werden ontdekt én toegeëigend door verschillende onderzoekers. In zijn vertelling is de wetenschap een rommelig proces waar nauwkeurige experimenten even belangrijk zijn als persoonlijke vetes en toeval.



Een eerste toevalligheid doet zich voor wanneer Christiaan Eijkman in Nederlands-Indië een nieuwe kok inhuurt. De arts bestudeert beriberi, een zenuwaandoening die veel slachtoffers maakte in Azië, maar het lukt hem niet om de verantwoordelijke bacteriestam te isoleren. Zijn kippen bezwijken aan een vergelijkbare ziekte, totdat de nieuwe kok ze onverwerkte rijst begint te voeren en de symptomen verdwijnen – maar hoe? Eijkman wist het raadsel niet op te lossen en in Nederland werd zijn werk weggezet als ‘naïeve hoenderexperimenten’.

Van den Berg beschrijft mooi de felle discussie over het onderzoek van Eijkman en va.