Deugjoden

featured-image

In elke oorlog, en zeker nu in de jongste Joodse, heb je verliezers, overwinnaars en defaitisten. Die laatsten hoorde je tot voor kort nauwelijks. Blijkbaar, nu Israël weer eens vecht om te overleven, is het nodig als ‘antizionist’ te demonstreren met pro-Palestinatypes die hopen dat Israël niet overleeft.

Het zij zo. Israëlische staatsburgers mogen hun staat bekritiseren, en zelfs, hoe schizo ook, de opheffing ervan bepleiten. Maar Nederlandse Joden die zich nu antizionist noemen, da’s andere boterkoek.



Zij staan vooraan in demonstraties te onderstrepen dat ze wel Jood zijn, maar zionisme, nee. Dat is al schizofreen – zionisme is immers niet verplicht. Het bepleit, net zoals elke negentiende-eeuwse nationalistische emancipatiebeweging, enkel het recht van een volk op een eigen land.

Of op de terugkeer daarheen. Het recht. Zonder verplichting.

Antizionisten daarentegen doen alsof zionisme verplicht is, om zich luidruchtig tegen die stropop te kunnen keren. Dit levert hun krediet op bij de Israëlhaters: ‘Zie je wel, zelfs Joden vinden het ook.’ Dat maakt dat zinloos afzien van zionisme wat krampachtig.

Alsof je een kaartje voor het boekenbal hebt, maar demonstratief niet gaat want het voorprogramma is flut. Of dat je een seizoenkaart van Ajax afwijst wegens lauw bier in de rust. Terwijl niet daarheen verhuizen volstrekt legitiem is.

Je kunt denken: ik zit hier goed, in de galoet. Of: ik ga pas als de masjiach er is. Je kunt ook wegblijven, omdat het zionisme ni.