Deze zin van Connie Palmen legt een hiaat bloot in de grammatica: ...ergens graag bij hadden willen horen...

De infinitief kent in het Nederlands geen verleden tijd. Toch kom je het af en toe tegen, zoals in een interview met Connie Palmen.

featured-image

Er is onder Nederlandse taalkundigen enige opwinding ontstaan over een zin die uit de mond van Connie Palmen werd opgetekend, in een recent interview in de Volkskrant . Palmen zei, over de veronderstelde eenzaamheid van Ischa Meijer: „Een vorm van eenzaamheid, die het resultaat is van ergens graag bij hadden willen horen en dat dat niet is gelukt, om welke reden dan ook.” Ze gebruikte een verleden tijd van de infinitief (‘hadden’), wat in het Nederlands officieel niet kan.

Maar blijkbaar gebeurt het soms toch. Sommige lezers vonden de zin van Palmen gek, anderen niet. De meeste lezers viel het niet eens op.



Dat is opmerkelijk. Twee taalkundigen, Ronny Boogaart en Henk Wolf , schreven er vervolgens uitgebreid over, op neerlandistiek.nl.

„Het blijkt, als je ernaar zoekt, vaker te gebeuren”, zegt Boogaart. Hij vond bijvoorbeeld: ‘1 op de 10 jongeren zegt dat ze relaties alleen maar digitaal aangaan en 1 op de 5 zegt dat wel te zouden willen.’ ‘Zouden’ is hier ook weer zo’n infinitief in de verleden tijd.

Als Boogaart dit gewoon toevallig ergens gelezen had, was hem dat misschien niet eens opgevallen, zegt hij. „Het klinkt heel natuurlijk, dat ‘wel te zouden willen’. En het is ook duidelijk wat het wil uitdrukken: iets voorzichtigs, iets hypothetisch.

‘Zullen’ werkt niet in deze zin.” Hij vond op internet allerlei voorbeelden met ‘hadden’, ‘zouden’ en ‘waren’. „Die drie, daar gaat het om.

” Een voorbeeld met ‘waren’ is: ‘Na e.