Grote woorden in een wereld die steeds wankeler wordt

Macht gaat gepaard met verantwoordelijkheid, zei Spiderman al. Regeringsleiders die een grote mogendheid willen zijn, moeten we bloedserieus nemen, vindt Beatrice de Graaf.

featured-image

Wat is groot in de wereldpolitiek? In ieder geval de problemen. Daarbij hoort de grote vraag naar wat nog een grote mogendheid is. Dat is tegenwoordig niet zo eenduidig.

De wereldorde, en het eigen besef van mogendheden over hun rol in die wereldorde, is wankel geworden. In Nederland lijken sommige opiniemakers, experts en commentatoren soms te denken dat grote woorden je vanzelf een grote mogendheid maken: ze eisen een staakt-het-vuren, roepen om onderhandelingen, klagen genocide aan en schrijven geagiteerde pamfletten en petities. Zo’n visie op de wereldpolitiek getuigt van weinig historisch besef.



Want, ‘grote principes’, aldus de grondlegger van de historische wetenschap, Leopold van Ranke, kun je pas historisch verwerkelijken en uitdragen als je een grote mogendheid bent. En dat is Nederland al een paar eeuwen niet meer, het staat in het buitenland hoogstens bekend een fijn belastingparadijs te zijn. Vanwege die onduidelijkheid bevinden veel mogendheden zich tegenwoordig in een identiteitscrisis en drukken hun vermeende grootsheid uit in het creëren van acute problemen voor anderen.

Zo was de aanval van Iran op Israël volgens Fareed Zakaria en andere experts een gamechanger in de internationale betrekkingen. Weliswaar één van de vele de laatste tijd, maar toch een markante. Iran demonstreerde dat het een grote mogendheid was die Amerika’s proxy, Israël, het vuur echt aan de schenen kon leggen.

De manier waarop Biden en Blinken alle diplomatieke zeilen bijzet.