Het is best gek om je kind af te geven aan een wildvreemde

Ons primatenbrein heeft het moeilijk in de moderne maatschappij, ziet Mariska Kret. Wie vertrouwen we? En wie niet?

featured-image

‘Fijne dag”, zei ze met een warme glimlach en ze sloot de deur. Zojuist heb ik mijn kinderen overgelaten aan de zorg van een wildvreemde. Fluitend fiets ik naar het station, zeul mijn vouwfiets de trein in en parkeer deze bij een kudde toeristen die met hun koffers de deur blokkeren.

Terwijl ik neerplof, raakt mijn bil die van mijn buurman. Al snel sta ik weer op en vraag of hij op mijn spullen wil letten zodat ik kan plassen. Op het station stap ik samen met geen-idee-wie de lift in.



Het is bijna 9.00 en alles gaat nog steeds goed. In ons hectische leven zijn ontmoetingen met vreemden aan de orde van de dag.

Dat is best gek. Als we kijken naar onze naaste verwanten, bonobo’s en chimpansees, dan hebben deze weinig met onbekenden van doen en komen ze er in hun hele leven evenveel tegen als wij op één dag. Collega Karline Janmaat bestudeert jagers en verzamelaars en in vergelijking met chimpansees die in hetzelfde stuk Congolees regenwoud leven, leggen deze mensen grotere afstanden af en handelen met andere groepen.

Het aantal interacties met vreemden staat echter in geen verhouding met dat van ons, Weird’os (‘ Westernized Educated Industrialized Rich and Democratic ’), zoals ik u en mijzelf in mijn vorige column ook al noemde. Van nature organiseren mensen zichzelf in groepen en subgroepen. Het gevolg is een gelaagde samenleving die door globalisering en digitalisering steeds complexer wordt.

De afspraken die we maken en de ongeschreven regels die we hanteren f.