Het Songfestival is gered door Oost-Europa, zegt commentator en Eurovisie-veteraan Cornald Maas

In zijn jeugd deed Cornald Maas voor buurtkinderen al verslag van muziek en tentoonstellingen. Nu hangen tv-kijkers aan zijn lippen voor het Songfestival. Hij zal Gaza noemen, maar zich niet voor of tegen de oorlog uitspreken. ‘Dat is niet mijn taak.’

featured-image

Wanneer dinsdagavond het Eurovisie Songfestival losbarst, zit de vaste commentator Cornald Maas in zijn hokje klaar om het extravagante spektakel kalm en ter zake kundig te duiden. In het Zweedse Malmö verdedigt deze week Joost Klein de Nederlandse eer met zijn happy hardcore banger ‘Europapa’. Cornald Maas (Bergen op Zoom, 1962) trad twintig jaar geleden aan als commentator bij de internationale tv-show.

Maar het festival volgen, verklaren en verdedigen doet hij al veel langer. Hij verzorgt niet alleen het commentaar, hij zit ook in de selectiecommissie die de Nederlandse inzending kiest, waardoor Nederland hem met het Songfestival is gaan vereenzelvigen. Uw commentaar is geïnformeerd, gevat en serieus.



Heeft u wel eens de neiging er een vette grap in te beuken of een act belachelijk te maken, zoals andere commentatoren doen? „Dat is niet mijn stijl. Ik doe het wel eens. Ik beschreef ooit een lied als ‘botoxpop uit Servië’ of ik noemde de schaarse aankleding van een act ‘Hunkemöller-setjes’.

Maar dat wordt meteen afgestraft. Opmerkingen over uiterlijk en kleding – grote borsten, hoog gewicht, laat staan over non-binaire artiesten – liggen vooral nu heel gevoelig. De socials gaan meteen los op je.

„Ik wil ook op culturele gevoeligheden letten. Vorig jaar deed een zanger met een gewei mee en een kleine mens met een fluit. Dan kun je daar lollig over doen, maar dan blijkt die fluitist een nationale beroemdheid te zijn en is dat gewei een belangrijke .