Satellieten als scherprechters voor milieu en klimaat

Dankzij satellieten kunnen we steeds beter zien wat zich op aarde afspeelt, schrijft Peter Kuipers Munneke. Niets schimmigs blijft verborgen.

featured-image

Een paar jaar geleden deed ik met collega’s uit Wales een interessante ontdekking . Namelijk dat de sneeuw op Antarctica soms zelfs ’s winters smelt. Dat komt door föhn.

Lucht die tegen een berg opwaait, vormt door gedwongen opstuwing wolken, regen en sneeuw. De condensatie van al dat vocht geeft de lucht een hoop energie. Eenmaal boven aangekomen daalt de lucht aan de lijzijde, en de gewonnen energie wordt daarbij omgezet in opwarming.



Dat effect is op Antarctica soms zo sterk dat zelfs midden in de aardedonkere poolnacht de sneeuw tot het smeltpunt wordt gebracht. Waarnemingen van een door ons strategisch geplaatste meetmast in de sneeuw werden bevestigd door satellieten die microgolfstraling kunnen zien. Sneeuw is in het microgolfbereik wit, en smeltwater zwart.

Door de satellietbeelden konden we laten zien dat wintersmelt vaak optreedt, en op meerdere plaatsen. Al deed ik deze ontdekking achter een bureau in een universiteitsgebouw in Utrecht, het voelde toch een beetje alsof ik ergens was waar niemand ooit eerder was, in de diep duistere Antarctische winter. Satellieten geven ons ogen om te kijken waar we normaal niet kunnen zien.

Het worden er steeds meer, en de optica wordt steeds beter. Maar niet alleen dat. Steeds slimmere algoritmes en geautomatiseerde beeldherkenning zeven steeds meer informatie uit de terabytes aan pixels die dagelijks door satellieten worden verzameld.

Veel recente ontdekkingen uit de glaciologie worden gedaan dankzij satellieten en datatec.