Steeds meer jonge mensen krijgen darmkanker. Hoe kan dat?

Het aantal jonge mensen met darmkanker stijgt. Gaat het om een aparte vorm van kanker? En wat is de oorzaak?

featured-image

Onder artsen staat darmkanker vooral bekend als een ouderdomsziekte die pas rond het zeventigste levensjaar opduikt. Wanneer jonge mensen zich bij hun huisarts melden met buikklachten, wordt een link met darmkanker dan ook niet snel gelegd. Symptomen als buikpijn, verminderde eetlust, bloedverlies en veranderingen in de ontlasting passen ook bij veel andere ziekten, die bovendien vaker voorkomen bij deze groep.

Maar sinds de jaren negentig krijgen steeds meer jonge mensen darmkanker. Terwijl het aandeel ouderen met darmkanker afneemt, stijgt het aantal mensen onder de vijftig met de aandoening snel, met jaarlijks zo’n 2 procent. Omdat het vaak langer duurt voordat de correcte diagnose wordt gesteld, lopen ze bovendien een groter risico om aan de ziekte te overlijden.



De stijgende trend is wereldwijd terug te zien, met name in westerse landen met hoge inkomens. Onderzoekers waarschuwen dat de groep jonge darmkankerpatiënten tussen 2015 en 2030 zal verdubbelen. Momenteel is de behandeling van jonge mensen met darmkanker hetzelfde als bij ouderen: een chirurgische verwijdering van de tumoren, chemo- of immunotherapie, al dan niet in combinatie met radiotherapie.

Maar sinds de stijgende trend zo’n zeven jaar geleden aan het licht is gekomen, twijfelen onderzoekers over de oorzaak en of het om een aparte aandoening gaat. Hoe kan het dat mensen al op deze leeftijd darmkanker krijgen? En zou deze jongere groep patiënten wellicht ook anders behandeld moeten worden? In het Ams.