Tjomp, tjomp, tjomp: graven bij de dam waar Rotterdam in 1270 ontstond

Tussen de Markthal en de Laurenskerk komt een appartementencomplex. Archeologen pluizen nu de modderige bouwput van ruim zes meter uit. Grootste vondst is een stenen uitwateringssluis in dé dam die Rotterdam zijn naam gaf. „Een groot werk: tweeënhalve meter hoog, 500 meter lang en 27 meter breed.”

featured-image

Een tinnen bord, een hamer, een klotendolk, verschillende munten en een goudkleurig sieraad. In een gifgroene keet aan de rand van een groot bouwterrein in het centrum van Rotterdam, pal naast de Markthal, buigen archeoloog Maaike Sier en veldtechnicus Gilbert Kempenaar zich over die ochtend gevonden voorwerpen. In de plastic bak ernaast liggen modderige resten van middeleeuwse leren schoenen.

Sier: „Je verwacht het niet, maar die leerresten werden massaal gebruikt om de dijk te stutten.” Hier, tussen de moderne Markthal en de middeleeuwse Laurenskerk, begint in juni de bouw van het luxe appartementencomplex RottaNova. Nu nog hebben archeologen van de gemeentelijke dienst Archeologie Rotterdam de tijd om de modderige bouwput van ruim zes meter diep uit te pluizen.



In mei wordt er via sleuven nog dieper gekeken naar nóg oudere tijden. Maaike Sier klimt uit de groene keet en stapt op hoge leren laarzen de bouwput in om de grote vondst te laten zien die al bij het vooronderzoek werd gedaan: een uitwateringssluis in de dam. Niet zomaar een dam.

Het gaat om dé dam die Rotterdam zijn naam gaf, gebouwd omstreeks 1270 in de monding van het riviertje de Rotte. Het was het sluitstuk van de bedijking van de Rotte die rond 1200 was begonnen, om de oevers bewoonbaar te maken. Kempenaar: „De Oude Dijk, nu een straat in Kralingen, was ooit ook deel van dat regionale dijksysteem.

Dat liep ver landinwaarts.” De afsluitende dam uit rond 1270 moest het bedijkte gebied beschermen teg.