Zuurstof en leven zijn onlosmakelijk verbonden. Op aarde tenminste

Ieder scheikundig element heeft zijn eigen plek in het Periodiek Systeem. Ieder element heeft ook een bijzonder verhaal. Ook zuurstof.

featured-image

Zuurstof. Nu is het onmisbaar, maar de eerste levensvormen op aarde konden prima zonder. Hoewel zuurstof alomtegenwoordig is in het heelal – het is het derde meest voorkomende element – is het moeilijk om een atmosfeer te krijgen die rijk is aan moleculair zuurstof.

Het reageert met bijna elk ander element in het periodiek systeem. Op de jonge aarde splitsten zonnestralen soms wat zuurstofatomen af van andere moleculen, maar dat losse zuurstof reageerde meteen met ijzer in rotsen en waterstof uit vulkanen. Het simpele, eencellige leven dat toen op aarde was, haalde energie daarom vermoedelijk uit gisting.



Maar de wereld veranderde 2,4 miljard jaar geleden, toen blauwalg genoeg koolstofdioxide en water begon om te zetten in zuurstof en suikers. Het zuurstofgehalte in de atmosfeer steeg uiteindelijk naar 21 procent. Hoe dat precies ging, is nog een raadsel.

Wel is duidelijk dat zo complexere levensvormen mogelijk werden. Al ruim vijf eeuwen geleden wist Leonardo da Vinci dat er ‘iets’ in de lucht zat dat nodig is voor leven. En dat je dit ‘iets’ met verbranding uit de lucht kan halen, waarna dieren stikken.

De ontdekking van zuurstof wordt toegeschreven aan twee wetenschappers. Onafhankelijk van elkaar maakten de Zweedse apotheker en scheikundige Carl Wilhelm Scheele in 1771 en de Engelse predikant en scheikundige Joseph Priestley rond 1774 zuurstof door kwikoxide (HgO) te verwarmen. Op aarde is het kleurloze, geurloze en smaakloze zuurstof onlosmakelijk met leven v.